• Co Snel

Hommage aan deze violist/orkestleider t.g.v. zijn 100e geboortedag op 3 maart 2018.

Frans Poptie portret
Frans Poptie werd op 3 maart 1918 in Leiden geboren, maar het gezin verhuisde al snel naar Amersfoort. Nadat hij een vriendje viool had zien spelen mocht hij als 7-jarige op vioolles. Wegens geldgebrek kon zijn gebleken talent niet ontwikkelen aan het conservatorium. Om ervaring op te doen ging hij rond 1936 musiceren in een salonorkest. Daarnaast speelde hij klarinet in een Amersfoortse muziekvereniging. Hoewel een auditie niet tot een dienstverband bij een militair beroepsorkest leidde schopte Poptie het toch tot professioneel musicus. Zo was hij saxofonist in de bands van Louis Bannet, Louis Staphorst en Enno Stan. Trompettist Bannet, ook wel “de Nederlandse Louis Armstrong” genoemd, stimuleerde Poptie om zijn vioolspel te ontwikkelen. Die trad daarop toe tot het Argentijnse tango-orkest van Jack Louis in het Palais de Dance in Scheveningen.
In 1942 voegde Poptie zich bij het Orkest Frans Wouters, waarvoor hij ook arrangementen schreef. In het orkest ontmoette hij zanger/gitarist Eddy Christiani, met wie hij veel zou gaan samenwerken. Hoewel het spelen van swing verboden werd door de bezetter, deden ze dat stiekem toch, met als grote voorbeelden gitarist Django Reinhardt en violist Stéphane Grappelli van de Hot Club de France.

Eddy Christiani en Swing Specials

Poptie beleefde de bevrijding op 18 september 1944 in Eindhoven. Met andere daar verzeild geraakte muzikanten speelde hij bij een gezelschap dat musiceerde onder de naam Cor Knuvers/Bob van Waasdijk and their Jam Sessions. Zij speelden, zoals zoveel musici in die jaren voor Britse militairen. In 1946 keerde Poptie terug bij Frans Wouters en nam de leiding over van het door hem in 1947 opgerichte, naar zijn zoon Vincent genoemde, ensemble Vincentino. Het gezelschap maakte in 1949 plaatopnamen van o.a. Ideas in minor en Sweet Sue, just you.

In diezelfde periode gaan Frans Poptie en Eddy Christiani samen liedjes schrijven, met Signorita Estralita (1948) en Op de woelige baren (1948) als grootste successen. De zang van Christiani werd begeleid door Accordeola o.l.v. Frans Wouters, dat net als Vincentino voor de VARA speelde. Omdat ook Max van Praag bij Accordeola zong vertrok Christiani in 1950 naar AVRO’s Harmonetto, geleid door Tom Erich. Ook daarvoor schreef Poptie arrangementen. Voor zanger Bob Scholte componeerde Poptie (samen met Jack Bess) Wilkes! Wilkes! (Waarom ging je heen?) (1951), een liedje waarin de uittocht van vaderlandse voetballers naar beter betalende landen werd bekritiseerd.

Frans_Poptie_en_Eddy_Christiani

Frans Poptie en Eddy Christiani in 1953 (foto: Wouter van Gool)


In januari 1952 formeert Frans Poptie bij de AVRO het Ensemble Eddy Christiani. Uit deze periode stammen swingy liedjes als Spring maar achterop, Ruzie met Suzy en Denk om je lijn van de hand van o.a. Frans Poptie. Zijdelings hield Poptie zich in 1953 bezig met Krontjong muziek in het ensemble Bintang Sinar en hij kon ook goed overweg met country & western, destijds nog cowboymuziek genoemd. Zo arrangeerde Poptie ongeveer 40 liedjes uit dat genre voor Tom’s Prairie Pioneers – leider: Tom Erich - met zang van The Chico’s en Eddy Christiani. Ondanks de vruchtbare en prettige samenwerking gingen Poptie en Christiani in 1955 – tijdelijk - ieder hun eigen weg. Christiani formeerde een eigen orkest, wat geen succes werd en Frans Poptie startte eind 1955 zijn Swing Specials bij de AVRO, met o.a. klarinettist Willy Langestraat (en later Piet Noordijk) en vibrafonist Eddy Sanchez. Op plaat (Bovema) verschenen in 1956 onder meer zijn eigen composities Baby’s dream, Snowy blues, Springboard en In a hurry.

In de platenstudio en de NCRV

Bij datzelfde Bovema verscheen in 1956 van het mysterieuze Trio X Mijn hart seint S.O.S., een liedje dat Poptie schreef onder het pseudoniem Eddy Dama (samen met Guus Holm (alias Bart Ekkers)) en Jack Bess. Bij Telefunken (CNR) schitterde Poptie als westernviolist op Wij zijn twee eenzame cowboys door Johnny Kraaijkamp en Rijk de Gooyer. Maar Poptie was toch vooral verbonden aan Phonogram. Diverse orkestjes onder Popties leiding begeleidden o.a. Teddy en Henk Scholten in Samen (True love) en De Spelbrekers (bv. 1 meter 98 lang en Een sprookje). Potpourri’s om op te dansen werden gespeeld door de Poptimisten. Dan niet te vergeten de LP Swing Specialities in 1957 met o.a. de eigen compositie Swinging special blues. Voor de single van dat nummer ontving hij in 1958 een Zilveren Schijf van de Stichting Onze Lichte Muziek, voorloper van Conamus.

In november en december 1958 werden opnamen gemaakt voor de LP Fiddlin’ around the world waarvoor Poptie als Nederlandse bijdrage De Zilvervloot omvormde tot Dutch Navy blues. Zijn populariteit blijkt uit het feit dat de lezers van het blad Rhythme hem tot driemaal toe (in 1958, 1959 en 1960) verkozen tot beste swingviolist.
In 1958 schreef Poptie met Jack Bess het liedje Trek je wandelschoenen aan, zowel gezongen door Pierre Biersma’s dameskoor De Zomersproeten (in de stijl van Wessel Dekkers ensemble Vrij en Blij) als het meisjeskoor Sweet Sixteen. Hun leider Lex Karsemeyer wilde in 1960 als nieuwe chef Lichte muziek de NCRV wat meer gezicht geven op muzikaal gebied. Hij contracteerde diverse ensembles en benaderde ook Frans Poptie. Dat leidde tot het debuut van het Kwintet Frans Poptie in augustus 1962. Zo kon het gebeuren dat je op Hilversum 1 bij de AVRO de Swing Specials en op Hilversum 2 bij de NCRV het Kwintet. Uiteindelijk was het Kwintet een langer leven beschoren. Het was te horen op de donderdagse NCRV Steravond en begin jaren ‘70 in Los Vast, voordat dat onder Jan Rietman uitgroeide tot een popspektakel. Op het repertoire prijkten drie eigen composities Blue flies, Flighty flies (samen met Eddy Christiani) en Funny strings.

Uitval en Fallout

De Kilima Hawaiians keerden in 1968 terug op de radio bij de NCRV. Als zij westerns speelden hoorde men het virtuoze spel van Poptie. Met het Kwintet Paul Ruys en Millers-zangeres Sanny Day maakte hij opnamen voor een LP met liedjes uit de Tweede Wereldoorlog, zoals Liefde in rhythme en Snipverkouden. Poptie maakte ook deel uit van het Orkest Piet Zonneveld bij de KRO. Poptie was ook weer van de partij toen Eddy Christiani in 1977 wederom oude successen opnieuw opnam.
Zijn voeling met Krontjongmuziek leidde tot een dienstverband bij de Late Late Lien show  - met Wieteke van Dort als Tante Lien - van 1978-1981 bij de VARA-TV. In diezelfde tijd werkte hij mee aan LP’s van Tol Hansse In de bocht (1978) en Ha, ha, ha, ik lach me dood (1979).
In de jaren daarna was Poptie regelmatig in het buitenland te vinden. Met het tango-orkest Malando maakte hij diverse tournees door Japan. En met Tonny Eyk verzorgde hij dinermuziek in een hotel in Nice. Het duo had in 1974 al eens een kerst-LP gemaakt.

Vanaf de tweede helft van de jaren ’90 kon Poptie veel minder spelen als gevolg van artrose.  Mede door het overlijden van zijn vrouw Kitty in 1999, ging zijn gezondheid verder achteruit. Desondanks bleef hij musiceren met zijn oude makker vibrafonist Eddy Sanchez, het Rosenberg Trio, de groep Capelino en in de jazzclub van Max Teawhistle (trombonist/gitarist/zanger Max Teeuwisse).

In 2001 werd Poptie Koninklijk onderscheiden als Officier in de Orde van Oranje Nassau. In juli van dat jaar was hij nog eenmaal te horen bij de 80e verjaardag van Sanny Day (zij overleed in 2008). De Nederlandse Toonkunstenaarsbond benoemde hem tot erelid.

In 2002 moest Poptie tot zijn grote verdriet het vioolspelen opgeven. “Het is het ergste wat mij is overkomen”, zei hij. Enige troost vond hij in het feit dat zijn compositie Rhythm for you in 2008 werd gebruikt voor het computerspel Fallout 3. De vriendelijke rasmusicus Frans Poptie overleed op 31 december 2010 in een verzorgingsflat in Zoetermeer op 92-jarige leeftijd.

Bronnen: muziekencyclopedie, linernotes van Skip Voogd op LP’s en CD’s en eigen geheugen.