Over het cultuurhistorische belang van de archiefcollectie van het Muziekcentrum van de Omroep.

Op maandag 1 juli 2013 bracht Philomeen Lelieveldt - docent onderzoeker verbonden aan de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht - een bezoek aan de Muziekbibliotheek van de Omroep. De medewerkers leverden al geen diensten meer, de bibliotheek was reeds gesloten en de toekomst van de collectie bladmuziek ongewis.

Aan de hand van de vondst van het manuscript van De dochter van de tamboer-majoor schildert zij de verwevenheid van de omroep met het Nederlandse muziekleven, over operapioniers en vroege vormen van cultuursponsoring, over radio luisteren en radiotechniek. "Het manuscript verbindt ons in fysieke en mentale zin met mensen en organisaties die niet langer bestaan. Het behoud ervan betekent dat wij in de toekomst nog enkele musicologische en radiohistorische detailvragen kunnen oplossen en dat wij postuum waarderen welke inspanningen er zijn gedaan door onze voorgangers. Het belang van dit manuscript is dus niet primair de toekomstige uitvoeringspraktijk, immers er zijn nieuwere edities van deze operette beschikbaar, maar de toegang die het ons biedt tot de verhalen die we over ons verleden kunnen reconstrueren."

In een uitgebreid artikel zoekt ze een antwoord op de volgende vragen: Hoe waarborgen we dan dat stukken die relevant zijn voor de toekomstige (muziek)praktijk en de cultuurgeschiedschrijving niet verloren gaan? Wie gaan selecteren, en hoe wordt geselecteerd? Worden de selectiecriteria bepaald op basis van het toekomstig gebruik door de muziekpraktijk of wordt daarin ook de relevantie van stukken voor het toekomstig cultuurhistorisch onderzoek meegenomen? Wat is de wetenschappelijke en culturele relevantie van het materiaal en welk type verhalen kunnen we vertellen met behulp van het materiaal in het MCO-archief, die rechtvaardigen dat dit archief behouden blijft en dat er een realistisch budget beschikbaar komt zodat zorgvuldig kan worden geselecteerd?

Download het artikel